Van Hsipaw naar Mandalay naar Nyaung Shwe
Blijf op de hoogte en volg Janwinmarkonina
10 Augustus 2015 | Myanmar, Sizon
Met een heel oude bus van de AA Express waar we royale beenruimte hebben, beginnen we aan terugreis naar Mandalay. Onderweg bekijken we in de Lonely Planet hoe we nu verder gaan reizen. Naar de kust in het westen is geen optie in verband met de overstromingen en hetzelfde geldt voor het zuiden. We hebben wel steeds het idee gehad om via de oostkant Myanmar uit te reizen en dan op de hoogte van Chiang Rai. Helaas is hier niet veel over bekend. Wel zien we dat Kyaingtong, dit ligt vier uren voor de grens met Thailand, een leuke stad moet zijn. Nog niet zo lang geleden kon je hier nog niet komen vanwege de rivaliserende drugsbendes. De stad werd ooit de hoofdstad van de Golden Triangle genoemd. In de bus besluiten we dat we daarna toe willen. Ook bedenken we dat het handig zou zijn om deze dag meteen door te reizen met een nachtbus. Er vanuit gaande dat we met daglicht sneller reizen, en dus op tijd in Mandalay aankomen, geven we ons rustig neer. Maar onderweg stoppen we een aantal keren om de remschijven te laten afkoelen. Overal langs de weg zie je deze stationnetjes. Er wordt dan aan ieder wiel een tuinslang gehangen waarna de stoom er vanaf komt. Deze slangen blijven zo'n twintig minuten zitten. Ook de gebruikelijke in- en uitstappende passagiers komen weer voorbij. Soms wil je sneller reizen dan je kunt en moet je veel geduld hebben. Om zes uur 's avonds zijn we in Mandalay en om zeven uur zitten we al in de luxere VIP-bus naar het Inle Lake. We hadden geluk: er waren in de bus nog plaatsen vrij, wel helemaal achterin. We hebben heerlijk geslapen en om half vier in de ochtend worden we ruw wakker gemaakt. Eerst moeten we aan iemand met een indrukwekkende pet op zijn hoofd 10 US-dollar per persoon betalen voor de toegang tot het natuurgebied van het Inle Lake en toen we weer wilden gaan liggen kwam de buschauffeur dat we er uit moesten. Daar stonden we dan...midden in de nacht en niks was open. We lopen in ongeveer 10 minuten naar een hotel dat wel open is maar vinden het zo ongezellig dat we weer verder gaan. Het tweede guesthouse ziet er leuk uit maar is nog dicht. Jan besluit dat we meer richting centrum moeten en we lopen door de donkere straten met alleen het licht van onze mobiel. Gelukkig vinden we toch een leuk guesthouse: 'The Little Inn' en kunnen meteen in onze kamer. Om vijf uur liggen we in ons bed en horen dat het heel hard begint te regenen. We zijn blij dat we niet verder zijn gaan lopen.
We hebben in 18 uren ongeveer 500 km afgelegd en zijn drie bergpassen gepasseerd.