Met een Bukhanka van Erdenet naar Tsetserleg
Blijf op de hoogte en volg Janwinmarkonina
18 Juni 2018 | Mongolië, Tsetserleg
Één van ons was zo onverstandig om te denken dat de geluidsoverlast van de karaoke om twaalf uur wel afgelopen zou zijn en deed daarom ook geen oordoppen in.
Het leek even dat alles om twaalf uur stil was. Niets was minder waar, om kwart over twaalf brak het feest weer in alle hevigheid los. Dit duurde tot half drie en eindigde met een daverende ruzie, vlak onder ons raam. Het leek wel of er iemand vermoord werd. Om drie uur was het uiteindelijk stil.
Om kwart over tien uitgecheckt. We wisten niet wat we tot drie uur moesten doen. Dan zou, als alles goed zou gaan, de bus vertrekken. Maar het kon ook zo zijn dat de bus, als die vol was, al veel eerder zou vertrekken...
Eerst maar eens een ontbijtje in de zon, op een bankje voor de supermarkt.
Als om elf uur donkere wolken zich samenpakken boven de stad en het dreigt te gaan regenen, lopen we maar richting het busstation. Bij het busstation staat het busje nog op dezelfde plek en was de buschauffeur er ook al. Waarschijnlijk heeft hij gewoon in de bus geslapen. We gooien onze backpacks achter in de bus en gebaren hem dat we in het nabijgelegen restaurant zitten.
Om half één komt hij binnen om ons op te halen: we gaan bijna vertrekken. Maar goed dat we hier eerder zijn gekomen.
Jan krijgt een plek voorin en ik zit op de rij daarachter. De indeling van de bus is, dat je een chauffeurs- en een passagiersplek hebt, daarachter drie stoelen en daarachter een rij van vier stoelen. Op de achterbank komen vijf meiden te zitten, lekker krap tegen elkaar aan. We moeten nog op twee passagiers wachten en die komen pas op twee uur opdagen. Dan blijkt dat ik samen met drie anderen op drie stoelen zit en er zit ook nog een klein jongetje van vier bij zit. Op een houten krukje, in het gangpad, komt een jongen van een jaar of vijftien te zitten en naast Jan nog een jongen van een jaar of tien. Uiteindelijk zit de bus vol met veertien personen en zitten we heel krap. Dan begint de reis naar Tsetserleg.
Wat je veel in Mongolië hebt is dat er meerdere plaatsen dezelfde naam hebben. Zo had Jan een heel andere Tsetserleg op maps.me dan ik. Als we richting Bulgan rijden en daar verder rijden beginnen we wel wat te vrezen. Dit is volgens ons de weg naar het verkeerde Tsetserleg. We laten het maar zo en zien wel hoe het komt. De locals zijn allemaal druk aan het eten. Ze hebben zakjes met een soort bifi worstjes en het stinkt behoorlijk.
Plots slaan we af en rijden we over de steppe gelukkig weer richting de juiste stad.
Het is een prachtige route. We passeren kuddes met schapen, geiten, koeien en zien ook veel wilde paarden. Het zijn er niet een paar, maar wel enkele honderden. We steken meerdere waterstroompjes over. In de lucht cirkelen allemaal roofvogels rond. Af en toe staat er een Ger en zien we ook herders op hun paard. Langs de weg zien we veel kadavers. Sommigen in verre staat van ontbinding, anderen nog niet zolang dood. Tijdens de hele route hebben we twee of drie auto’s gezien. Het landschap is adembenemend mooi en gaat over van de vlakke grasvlaktes naar heuvels en dan weer naar heuvels met veel pijnbomen.
Onderweg wijst het jongetje, dat naast Jan zit, op iets wat voor Jan op een veulen lijkt wat op de grond zit en vanaf de achterbank op een berg stenen lijkt. Het blijkt dat er een enorme roofvogel op de weg zit. Hij is wel een kleine meter groot (zonder overdrijven!). Als het busje aankomt rijden, vliegt hij met een paar geweldige vleugelslagen traag de lucht in. Zoiets hebben we nog niet eerder gezien.
Het is jammer dat we onderweg niet kunnen stoppen. We zien zoveel moois maar kunnen er geen foto’s van maken omdat de bus almaar doorhobbelt over het oneffen landschap.
Als we dan eindelijk stoppen, zo rond half zeven, begint het hard te regenen.
Daar ergens midden in het verlaten land ligt een stadje/dorpje. Het lijkt zo uit een wild-westfilm te komen. Allemaal zandwegen en brede straten, alleen de klapdeurtjes van de saloon ontbreken.
Nadat we weer ‘het geluk’ hebben dat we noodlesoep met schapenvlees mochten eten, gaan we weer op pad.
We hebben dan juist op maps.me gezien dat we nog maar zo’n drie uur hoeven te rijden.
Langzaam wordt het schemerig, de bergen kleuren prachtig rood. Maar de schemer gaat over in de nacht. De koplampen verlichten maar een klein gedeelte van de eindeloze steppe. We rijden verder met zo’n een snelheid van soms vijf tot hooguit twintig kilometet per uur. Dit gaat nooit lukken in drie uren.
We vragen ons af of de chauffeur wel weet waar hij rijdt. Als het licht is kun je nog zien hoe de omgeving eruit ziet maar in het donker....
Uiteindelijk om twee uur s nachts, na ongeveer twaalf uren, rijden we Tsetserleg binnen. De chauffeur zet ons af voor het guesthouse waar alles donker is, net zoals in het hele stadje.
Na twee minuten komt hij maar naar ons toe omdat wij op zoek zijn naar de deur van het guesthouse. Hij belt aan, wel twintig keer en uiteindelijk gaat de deur open. Even later rollen wij doodop in ons bed. De laatste paar uur in de bus was het afzien maar wat was deze rit fantastisch! We hadden het voor geen goud willen missen.
15 juni
Vandaag hebben we een auto met chauffeur geregeld. We willen graag nog een keer de steppe bekijken maar dan wel zo, dat we in de auto ruim kunnen zitten en kunnen stoppen wanneer we willen om wat foto’s te kunnen maken. We hebben wederom een prachtige middag gehad. Wat is dit land ongelofelijk mooi!
16 juni.
Vandaag hebben we Tsetserleg zèlf, verkend.
Zoals gebruikelijk heeft ook Tsetserleg een ‘Monastery’. Dit keer op een heuvel. Als je boven bent, heb je een mooi uitzicht over de stad. Dus wij de stoute schoenen aan en richting de heuvel, die een grote rotsformatie blijkt. We besluiten om dit keer de rots van de zijkant te beklimmen maar goed op weg, leidt het spoor meer en meer òm de rots. Onderweg valt ondertussen weer genoeg te beleven. Zo blijken misschien wel veertig grote, maar ook jonge roofvogels rondom de rots hun vlieguren te maken en gaan we over een pas waar zich op de top een ovoo bevindt. Dit is een berg stenen met een stok erop, met rondom boeddhistische gebedsvlaggen.
Aan de andere kant van de berg gekomen zagen we vele gezinnen picknicken en zwemmen in het stroompje wat door het landschap kronkelde. De mannen waren ondertussen de auto’s aan het schoonmaken.
Als we terug zijn in het guesthouse begint het te regenen. Wij vinden het wel best, kunnen we lekker rustig aan doen. De inwoners zijn heel blij met de regen. Het is de laatste maand heel erg droog geweest.
-
20 Juni 2018 - 18:57
Harry:
He W en J, wat een verrassende vakantie, leuk om de verhalen te lezen. Приятного отдыха и для последующего хорошего возвращения
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley