Twee dagen Ulan Ude (Oelan-Oede)
Blijf op de hoogte en volg Janwinmarkonina
11 Juni 2018 | Rusland, Oelan-Oede
Gisteren zijn we om half vijf met de trein in Ulan Ude aangekomen. We nemen afscheid van de provodnik. Buiten blijkt het heerlijk warm te zijn.
Voorlopig even geen treinreis meer voor ons omdat we nog twee weken zelf door Mongolië gaan reizen. Hoe, en op wat voor manier ligt nog niet vast. Wel weten we dat we vanaf hier de bus naar Darhan (Mongolië) willen nemen. Pas in Ulan Bator stappen we weer op de trein voor het laatste stuk van de treinreis.
Maar eerst iets over Ulan Ude of ook wel Oelan Oede. Het is de hoofdstad van de autonome republiek Boeryatia en ligt aan de rivier de Oede. Tot de jaren 80 was deze stad niet toegankelijk in verband met geheime militaire bases. Het blijkt zo te zijn dat er nog steeds mysterieuze niet ingevulde gebieden op stads plattegronden moeten staan.
In de stad staan, net als in Tomsk, prachtig houten huizen. Het verschil met Tomsk is dat er in Ulan Ude een mix van nationaliteiten aanwezig is.
Op het centrale plein van de stad staat enorm hoofd van Lenin, het grootste in zijn soort. Het is 7,70 meter hoog.
Bij aankomst lopen we via een loopbrug naar de andere kant van het station. We willen een foto maken van allemaal wagons met kolen maar worden helaas door een militair teruggefloten.
We hebben een hostel gevonden, vlakbij het station. Ze hebben daar één twee-persoonskamer, een slaapzaal met acht bedden voor mannen en ook een slaapzaal met acht bedden voor vrouwen. In het midden is een klein keukentje met een tafel en drie stoelen.
We zetten onze rugzakken op de kamer en gaan richting het centrum, op zoek naar een terras. Waar we ook zoeken, er is geen terras. Uiteindelijk maar binnen wat gedronken en gegeten in één van de vele dumpling restaurants (buzaa).
Vanochtend ontbeten in het hostel. Er is een supermarkt drie deuren verderop waar we broodjes, kaas en yoghurt hebben gehaald.
We ontmoeten Irina, de eigenaresse, en vragen haar waar we kaartjes voor de bus naar Darhan kunnen kopen. Ze legt ons precies uit waar we moeten zijn en belt ook nog even met het busstation voor de prijs.
De kaartjes kosten 1500 roebels maar we moeten wel snel naar het busstation want de bus is bijna vol.
Snel haasten wij ons richting het busstation. Na even zoeken hebben we het gevonden en hebben nog twee kaartjes kunnen bemachtigen. We hebben plaats 36 en 37, vermoedelijk ergens achter in de ‘big’ bus.
Nu we de kaartjes geregeld hebben kunnen we rustig aan doen en kijken wat we de rest van deze dag gaan doen. Er blijkt een Boeddhistische tempel in de buurt te zijn die makkelijk te bereiken is met één van de minibusjes, nummer 97.
Het systeem, reizen met de minibus, werkt heel makkelijk. Je stapt in en wanneer je uitstapt betaal je 20 roebel (30 cent) aan de chauffeur. Ongeacht of je 10 of 30 minuten in de bus zit. We rijden en rijden maar door en de asfalt weg wordt steeds slechter en gaat op laatst over in een zandweg. Bij de laatste halte zou de tempel moeten zijn. Als iedereen de bus verlaat vragen wij vertwijfeld of dit de ‘last stop’ is en waar de ‘tempel is’.
De chauffeur begint heerlijk in het Russisch te ratelen en we snappen er niks van. Opeens horen we dat hij zegt ‘Darsan’. Ja, zo heet de tempel. We moeten weer gaan zitten en we rijden terug naar het stadscentrum en gaan dan aan de andere kant de stad weer uit. Eindelijk komen we aan bij de tempel waar twee stupa’s en een tempel staat en waar vele Tibetaanse gebedsvlaggetjes hangen. We hebben het idee dat we even terug zijn in Tibet. Daar boven bij de tempel is het heerlijk rustig, af en toe komen er oude vrouwtjes langs die langs de gebedsmolens lopen. Binnen in de tempel zitten allemaal monniken, aan twee lange tafels die tegenover elkaar staan, gezamenlijk hun gebed zingen. In de ruimte tussen de tafels lag een grote houten plank waar een man aan het prosterneren was.
Op een bepaald moment hadden we het wel gezien en gingen we op zoek naar een plek waar we konden eten. Altijd een mooi moment van de dag, niet wetend wat we vandaag weer te eten zouden krijgen.
Dit keer stond er iemand, in een restaurantje twee straatjes beneden de tempel, die de Russische menukaart in gebrekkig Engels kon uitleggen. We namen twee keer een menu dat bestond uit soep, aardappelen of rijst, brood, drinken en taart. We hadden uitgelegd dat we van alles wilden proberen en daarom twee verschillende menu’s namen. Toen alles op tafel stond kwam ze ook nog aan met een bordje met wat de nationale lekkernij zou zijn. Dit, terwijl er al zoveel eten op tafel stond. Voor al dit lekkere eten betaalden we slechts omgerekend € 4,50!
‘s Avonds nog heel lang met een Rus, een Japanner en Irina in het hostelkeukentje gezeten. We hebben gekletst over van alles. Wat ons verbaasde is dat Irina vroeger (zo’n dertig jaar geleden) naar de muziek van ABBA, Boney M en Sinead o’Connor luisterde. We vroegen haar hoe dit mogelijk was. Wij wisten niet beter dan dat het niet mogelijk was om hier in de Sovjet Unie westerse muziek te beluisteren maar dat blijkt niet het geval te zijn. Ze was dan ook verbaasd over onze vraag. We hebben daarna nog veel andere stereotypen uitgewisseld over allerlei landen. Het hostel liep ondertussen langzaam vol met mensen uit alle uithoeken van de wereld.
Om één ‘s nachts rolden we moe ons bed in.
9 juni
Vandaag lekker uitgeslapen tot tien uur. We hebben niet meer zoveel op ons ‘to-do’-lijstje, maar willen nog wel naar de markt.
De markt blijkt een hal waar vlees, groente en kruiden worden verkocht. We staan te kijken bij een mevrouw die pijnboompitten verkoopt. In het Russisch krijgen we een uitleg over alles wat er ligt. Ze heeft er pijnboompitten liggen waar nog een bruin dopje omheen zit. Ook liggen er gemalen pijnboompitten waar ze thee van maken wat goed voor je maag zou zijn.
Buitengekomen gaat de markt nog verder. Ze verkopen prachtige bontmutsen. Ook zien we een winkel met laarzen, gemaakt van rendiervacht. Men wil graag dat we ze aandoen maar met 29 graden buiten doen we dat dus maar even niet. We raken aan de praat met de drie mannen en de vrouw die in de winkel staan en vragen of ze Russen of Mongolen zijn (het blijft gek om ze zo te noemen). De vrouw en één van de mannen beginnen wat ruzie te maken als de man zegt dat ze Mongools/Russisch zijn. Wij dachten dat een grapje van hun was omdat de mannen allemaal moesten lachen maar toen we de winkel uit waren stond de vrouw nog te schreeuwen en liep even later boos de winkel uit.
De rest van de dag hebben we van de minibus een ‘hop on, hop off’-bus gemaakt; daar waar het ons leuk leek, stapten we uit.
Wat we hier op iedere hoek van de straat zien is een klein karretje met het opschrift ‘KBAC’. Je spreekt het uit als kvass. Dit is een licht koolzuurhoudend en licht alcoholisch drankje. Gemaakt op basis van water, mout en roggemeel en dit maakt dan weer een gistingsproces door. Deze drank is echt heel populair bij de Russen. En goedkoop: 14 Roebel, € 0,19 per glas.
Tijdens ons laatste busritje zagen we terrassen en zijn we uitgestapt. Grote Amstel-parasols werden voor ons uitgeklapt.
En zo is onze laatste dag in Rusland geëindigd . We zijn aangenaam verrast over zowel het land als de mensen. Morgen op naar Mongolië.
-
12 Juni 2018 - 15:46
Renee Hoogendoorn:
wauw Jan en Windy, wat ontzettend leuk om weer een beetje mee te reizen!!!
zou zomaar op jullie schouder of vanuit de rugzak mee willen kijken...
Genieten maar!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley